Voor de zomer ben ik vrij impulsief gestart met mijn Re-integratie Assessment via de gemeente waar ik woon. Dat zij deze mogelijkheid bieden, vind ik mooi, en daarom wil ik erover delen.
Omdat ik een doelgroepverklaring heb, heb ik recht om dit Assessment te gaan doen. Het Assessment bestaat uit werkzaamheden, denk hierbij aan productiewerk, zoals het inpakken van kerst mokken – die ik en mijn collega’s op den duur niet meer konden zien – en technische taken, zoals het uit elkaar halen van lagers omdat de klant deze wil hergebruiken, of het voorbereiden van elektrakasten. Tijdens dit werk wordt er gekeken naar hoe je werkt en ook naar hoe je samenwerkt. Er worden diverse tests afgenomen, waaronder een arbeidsvaardighedenonderzoek. Dit onderzoek is bedoeld om te observeren wat er op dat moment gebeurt. De resultaten van dit onderzoek, in combinatie met de tests, geven informatie waar iedere kandidaat die dit traject volgt in de toekomst mee verder kan. Het uiteindelijke doel aan het eind van dit traject is om op één of maximaal twee A4’tjes te beschrijven wie je als persoon bent en wat je nodig hebt op het gebied van werk, vrijwilligerswerk, of een beschutte werkplek, enzovoort.
Het kan ook gebeuren dat het (minder goede) nieuws is dat “werk” in welke vorm dan ook niet meer mogelijk is. Dit gebeurt niet vaak, maar dat is geen reden om te bagatelliseren welke impact dit traject op mensen en hun toekomst kan hebben.
Waarom ben ik dit traject gestart?
Ik ben aan dit traject begonnen omdat ik merkte dat ik goed door mijn verhuizing ben gekomen. Eenmaal geland in mijn nieuwe stek, merkte ik dat ik me begon te vervelen. Tijdens gesprekken met mijn ambulant begeleidster kwam ik erachter dat ik klaar was om weer een kleine stap richting de maatschappij te zetten. Toevallig had ik een afspraak met mijn contactpersoon van de gemeente op de locatie waar dit assessment wordt gehouden. In eerste instantie was het gewoon om te kijken hoe het gaat, maar tijdens deze afspraak liet zij me zien wat er op de werkvloer gebeurt, en ik werd enthousiast. Ik had het geluk dat dit traject snel kon worden ingezet. Daar was ik dankbaar voor.
De zoektocht naar de geschikte baan
Ik heb een opleiding gevolgd als management/directiesecretaresse, en ik beleefde veel plezier en uitdaging aan die taken, vooral tijdens mijn laatste stage. Na het behalen van mijn diploma was het voor mij echter lastig om een passende werkplek te vinden. Ten eerste omdat er een tekort aan banen was en ten tweede omdat ik mezelf niet goed genoeg kende en mijn autisme en dergelijke niet onder ogen durfde te komen. De banen die ik koos waren vooral om te overleven, omdat mijn Wajong-uitkering was afgewezen en er niemand anders was die voor mij kon zorgen. Het idee om de bijstand in te gaan kwam eerlijk gezegd niet eens in me op, waardoor ik banen koos die niet bij me pasten, en ik heb mezelf gedurende een langere tijd overbelast, wat leidde tot een burn-out.
Groei tijdens de re-integratie assessment
Door dit traject te volgen, heb ik weer een stap richting de maatschappij gezet en ben ik gaan ontdekken waar mijn talenten liggen. Ook heb ik in de praktijk geoefend met gedragsverandering, zoals het aangeven van grenzen aan collega’s en het dragen van een koptelefoon wanneer ik behoefte heb aan rust en geen ruimte in mijn hoofd heb om naar anderen te luisteren. Ik ben nu eenmaal gezegend met een toegankelijke uitstraling, maar dat betekent niet dat ik altijd beschikbaar ben. Ik heb mezelf aangeleerd om masker loos te zijn, want op deze plek hoef ik niet sociaal wenselijk te reageren. Hier mag alles er zijn.
De sfeer
Deze werkplek is veilig te noemen. Mensen komen verlegen en terughoudend binnen en gaan met zeker zelfvertrouwen de deur weer uit. De sfeer is
voor mij belangrijk op de werkvloer, en dat is na deze periode bevestigd. Tijdens mijn vorige werkervaring heb ik de collega’s gemist die ik daarvoor had. De functie paste niet bij me, omdat die te veeleisend en onrustig was voor mij, maar de collega’s waren geweldig. “Jij excelleert wanneer er een prettige sfeer hangt en je de rust en de tijd krijgt,” merkte een collega op. Dat klopt zeker. Ik heb nu een band opgebouwd met collega’s en nieuwe collega’s komen naar mij toe om ingewerkt te worden. “Er wordt altijd wel bij jou gelachen, Rens,” merkte een collega op. Dat doet me goed. We dragen allemaal onze rugzakjes, en als we af en toe kunnen lachen, is dat alleen maar verlichtend.
De toekomst
Na 10 à 12 weken – en in sommige gevallen iets langer – is het weer tijd om afscheid te nemen. Toen ik begon, vertrok er op dat moment een dame die werk had gevonden. Anderen gaan nog naar een andere afdeling, bijvoorbeeld omdat er geen passend werk beschikbaar is. Ik ben het typische voorbeeld dat op zoek mag gaan naar een werkervaringsplek. Wat voor werkplek dat zal zijn, ga ik nog onderzoeken met mijn accountmanager. Met kleine stapjes en veel geduld krijgt mijn toekomst weer perspectief.