Search
Close this search box.
Search
Close this search box.

7 tips voor autistische mensen die met huisgenoten wonen

Dertien jaar geleden vertrok ik naar een studentenstad voor mijn studie en hier woon ik nu nog steeds met erg veel plezier. Ondertussen woon ik – eindelijk – zonder huisgenoten, maar in de vele jaren dat ik op kamers heb gewoond, hebben tientallen huisgenoten de revue gepasseerd. Met sommige ben ik echt beste vriendinnen geworden, maar de meeste mensen spreek ik niet meer. In elk geval heb ik genoeg ervaring opgedaan om een aantal tips over dit onderwerp te kunnen samenstellen haha.

Het nieuwe collegejaar gaat bijna van start, wat voor veel (nieuwe) studenten betekent dat ze niet alleen beginnen aan een jaar vol colleges, maar vaak ook dat ze op kamers gaan. Hoewel natuurlijk niet iedere student op kamers gaat en niet elke autist met huisgenoten student is, leek me dit wel het aangewezen moment om hier iets over te schrijven. Huisgenoten kunnen natuurlijk ook familieleden of partners zijn, dus dit artikel kan zeker ook nuttig zijn voor niet-studenten!

1. Zeg dat je autist bent

Wanneer je in een huis gaat wonen met vreemde mensen, zal je een beslissing moeten maken of je wil delen of je autisme hebt of niet. Ik denk dat deze keuze van veel factoren afhangt en dat beide voor- en nadelen hebben. In mijn geval woonde ik al met meerdere huisgenoten in een huis tijdens mijn diagnosetraject en heb ik de uitslag hiervan dan ook meteen gecommuniceerd met iedereen. Ook bij elke nieuwe huisgenoot heb ik het meteen gezegd. Dit gaf gelijk een hoop begrip voor bijvoorbeeld het feit dat ik snel last heb van geluid.

Maar eerlijkheidshalve gaf het over ditzelfde onderwerp ook wel eens momenten van onbegrip. Zo vroeg een huisgenoot zich af waarom ik wel naar een concert kon waar heel veel herrie is, maar zij niet “eventjes” (aka de hele middag) haar muziek “wat harder” (aka de bas was voelbaar door de muur heen) mocht zetten. Huisgenoten die op de hoogte zijn van je diagnose kunnen je vaak wel beter helpen in geval van nood. Een tip die een vriendin gaf, is om in dit geval ook je signaleringsplan (als je deze hebt) te delen met je huisgenoten. Zo weten zij wat ze kunnen doen als je hulp nodig hebt.

2. Zeg niet dat je autist bent

Een reden om niet te willen vertellen dat je autisme hebt, kan zijn omdat je maar kort van plan bent ergens te blijven wonen. Of bijvoorbeeld omdat je eerst jezelf wil profileren zonder het label “autist”, aangezien veel mensen vaak een vastgeroest (verkeerd) beeld van autisme hebben. Wat hierbij kan helpen is om wel transparant te zijn over dingen waar je tegenaan loopt en deze duidelijk te communiceren. In plaats van te zeggen “ik kan niet tegen harde geluiden, want ik heb autisme” kan je dan zeggen “ik kan niet tegen harde geluiden, want daar ben ik gevoelig voor”. Door de losse struggles te benoemen, geef je wel je behoeftes aan zonder gelijk alle (voor)oordelen die de ander over autisme kan hebben aan te wakkeren.

Het is te alle tijde natuurlijk ook zaak om rekening te houden met de behoeftes van je huisgenoten. Daarom is het sowieso heel fijn als jullie woonwensen op een lijn liggen. Vaak staat dit wel aangegeven bij een tekst op bijvoorbeeld Kamernet, maar hier kan je altijd naar vragen bij een bezichtiging of hospiteeravond. Het is in elk geval belangrijk dat het van beide kanten klikt.

3. Zorg voor een duidelijke taakverdeling qua schoonmaken

Eén van de woonwensen waar ik zelf het meest mee heb geworsteld, is de verschillende interpretatie van het woord “schoon”. Niet elk persoon heeft namelijk hetzelfde idee over wat “schoon” precies is of hoe vaak iets moet worden schoongemaakt. Zeker in studentenhuizen verschilt dit nogal onderling. Het is daarom handig om, zelfs voordat je ergens gaat wonen, te kijken of de mensen die er al wonen jouw mening delen over wat schoon is. Dit is natuurlijk ook een algemene tip voor niet-autisten.

Echter, waar mijn autisme flink in de weg zat, was bij het feit dat mensen zich niet aan het schoonmaakrooster hielden (want hallo, regels zijn regels!). Vervolgens ging ik ze er dan aan herinneren aan het einde van de week dat ze hun taak nog niet hadden gedaan, maar dit commentaar viel vaak niet in de smaak en ik ben hier echt voor uitgekafferd. Communicatie en duidelijkheid is in deze ook weer van belang. Maak dan bijvoorbeeld niet alleen afspraken over wie wanneer wat doet, maar ook wat er gebeurt als iemand het niet doet. In een ander huis werkten we met boetes: als je je taak niet had gedaan betaalde je vijf euro. Natuurlijk viel er onderling wel te ruilen van taken.

4. Maak afspraken over aankloppen en sociale momenten

Naast duidelijke afspraken over schoonmaken, was het voor mij ook essentieel om duidelijke afspraken over sociale momenten te hebben. Ik woonde ooit in een studentenhuis waar ze, toen ik er eenmaal woonde, een opendeurenbeleid bleken te hebben. Dit was niet echt duidelijk naar voren gekomen tijdens de hospiteeravond en ik werd er dus echt knettergek van, omdat ik continu gestoord werd zelfs wanneer mijn deur dicht zat. Ik denk dat veel autisten net als ik veel alone time nodig hebben of in elk geval duidelijke afspraken nodig hebben over momenten voor sociale interactie.

In dit betreffende studentenhuis deed ik mijn deur altijd van binnen op slot, zodat niemand me kon storen. Maar hier werd ik niet echt populairder van en ik ben hier dan ook vrij snel weer vertrokken. Een simpele regel als even kloppen en wachten op een ja of nee, kan al enorm helpen. Ook maakte ik afspraken over tijden: bijvoorbeeld na 22:00 uur niet meer aankloppen.

Hierbij wil ik trouwens wel zeggen dat het wonen met huisgenoten zeker niet alleen maar kommer en kwel was! Sociale momenten kunnen ook juist een enorme toevoeging zijn, aangezien de mensen al in hetzelfde huis wonen, is het contact een stuk laagdrempeliger. Op deze manier heb ik erg veel geleerd over sociale interactie. Ook had ik de vele wandelingetjes in het park en kopjes thee met de huisgenoten waar ik wel goed mee klikte echt absoluut niet willen missen!

5. Maak afspraken over wie wanneer gezamenlijke ruimtes gebruikt

Samen eten kan leuk zijn, maar als je voor jezelf wil koken, is het handig om duidelijk te communiceren wanneer jij gebruik wil maken van de gezamenlijke keuken. Ik ben zelf iemand die routine nodig heeft en daardoor elke dag rond dezelfde tijd wil eten. Gelukkig kwam dit nauwelijks overeen met de tijden dat mijn huisgenoten wilden koken. Mocht hier wel overlap in ontstaan, dan is het zeker belangrijk hier goede afspraken over te maken. Hetzelfde geldt voor het gebruik van een gedeelde woonkamer, balkon of tuin. Met name als je huisgenoten visite hebben of een feestje geven, kan dit gauw voor overprikkeling zorgen. Vraag in dit geval of ze het van tevoren willen aankondigen. Ik heb zelf gemerkt dat door dit soort dingen vooraf te weten, het makkelijker wordt om ermee om te gaan, omdat je vooraf al oplossingen kan verzinnen voor (eventuele) overprikkeling.

6. Investeer in hulpmiddelen

Ondanks alle afspraken die je maakt, zullen er toch altijd momenten zijn waarop je huisgenoten zich er niet aan kunnen of willen houden. In het kader van pick your battles heb ik op zulke momenten gekozen om er niet elke keer wat van te zeggen, maar vooral te kijken wat ik zelf kan doen om mijn irritatie of overprikkeling te verlichten. Geluid is hetgeen waar ik het meeste last van heb en mijn noise canceling koptelefoon is in deze echt een lifesaver geweest!

7. Zoek een woonplek speciaal voor autisten

Op kamers gaan is een grote stap en het kan natuurlijk zijn dat het niet lukt om een woonplek te vinden binnen het reguliere kameraanbod of dat je dat liever niet wil. In sommige studentensteden kan je terecht bij verschillende organisaties die gespecialiseerd zijn in autisme en wonen. Ze bieden kamers aan in woningen waar je met andere autisten samenwoont en voorzieningen deelt. Dit kan fijn zijn. omdat je dan met gelijkgestemden in een huis woont en woonbegeleiding kan ontvangen. Ook bestaan er meerdere particuliere stichtingen die dit soort woonruimtes aanbieden.

Bonustip

Zorg ervoor dat je geen huisgenoten hebt! Dan kunnen er namelijk ook geen onenigheden ontstaan 😉 Helaas heb ik dan wel weer enorm vervelende buren waar ik nu woon, maar dat is weer een ander verhaal…

Eén reactie

Geef een reactie

Meer artikelen

Jouw verhaal heeft kracht.

Misschien heb je het gevoel dat je verhaal slechts één van velen is, maar het kan een wereld van verschil maken voor iemand die momenteel met een soortgelijke uitdaging worstelt.

Stuur ons jouw verhaal in en zie het binnenkort op onze site.